Zo goed als het leek te gaan met de vorige 2 chemo’s, zo ruk was de afgelopen week.
Na het gezellige verjaardagsfeestje van onze schoondochter dacht ik nog even: kijk mij eens goed bezig zijn, sociaal doen én niet instorten. Nou, dat was dus te vroeg gejuicht. Een dag later lag ik te snotteren als een verwaarloosde zeehond.
En ja, een verkoudheid kan gebeuren. Maar met een lijf dat al op halve kracht draait door de chemo, is zo’n extra virusje net dat duwtje richting totale ellende. De trap op voelde aan als de marathon van Rotterdam — zonder applaus, zonder medaille, maar mét hijgen en spierpijn.
De week bestond dus vooral uit: zitten, snuiten, puffen, en weer zitten. En dat is voor iemand als ik – die niet stil kan zitten als het niet hoeft – echt een marteling. Ik ben liever in beweging, bezig met van alles, maar nu moest ik vooral… niets. Resultaat: pijn aan het zitvlak én aan m’n geduld. Door deze toestand ben ik ook niet op het werk geweest afgelopen week.
Maar goed, ik leef nog.
Alleen, als je weinig kunt doen, ga je vanzelf weer te veel nadenken. En dat is in dit traject niet per se een hobby die ik aanraad.
Deze chemo (Paclitaxel) zorgt voor meer pijntjes dan de vorige chemo (AC) — vooral steken in mijn borst. En ja, dan begint het. Dat stemmetje. Waarom steekt het daar? Is dat normaal?
Iedereen die dit traject kent, weet hoe dat gaat: je kunt nog zo positief zijn, maar één steek en je hersenen trekken meteen de paniekbel uit de muur.
Dinsdag mocht ik weer langs bij mijn oncoloog. Gewoon even een praatje maken, even in mijn blauwe kijkers kijken of ik er nog een beetje normaal bij loop — vanbinnen én vanbuiten. Blijkbaar hoort ‘mentaal checken’ er tegenwoordig ook bij, maar eerlijk is eerlijk: ik vind het wel prettig dat ze dat zo persoonlijk doen.
Ik ben een tijdje geleden gestopt met de Tamoxifen (dat goedje dat bedoeld is om te helpen, maar mij vooral een vervelende bijwerking gaf), dus we bespraken hoe nu verder. Voorlopig blijft die in de kast tot na de chemo. Daarna kijken we of ik hem weer opstart, of dat ik overstap op Letrozol.
Verder vertelde ik haar dat ik deze ronde meer pijntjes en vermoeidheid voel. En dat ik natuurlijk ook nog eens lekker verkouden ben. Ze knikte. “Tja, het is herfst, iedereen snottert, en ik hoor dezelfde klachten nu veel.” Alsof ik even vergeten was dat ik onderdeel ben van de Grote Herfstsnot-Statistiek.
Enige tijd later lopen we weer terug naar de auto ...
En toen – jawel – kreeg ik steken in mijn borst. Niet een beetje, maar drie dagen lang. Geen idee wat het was.
Gelukkig moest ik donderdag naar de fysio. Zij voelde aan mijn borst en zei dat ze een soort ‘schijfje’ voelde dat er eerder niet zat. Nou, gezellig. Dat kon komen door de chemo of nog van de bestralingen, want die werken nog maanden door.
Ze raadde aan om het even te laten checken, dus ik belde het ziekenhuis. Vrijdagochtend na de chemo mocht ik langs bij de Mamacare.
De lieve mevrouw daar onderzocht alles grondig en zei dat het er goed uitzag. Geen gekke dingen. Opluchting! Maar om me gerust te stellen plannen ze toch een echo in.
En ja, dat triggert! De laatste keer dat ik een echo kreeg, was de uitslag… nou ja, laten we zeggen: niet iets om champagne voor open te trekken. Dus ja, ik zag het niet bepaald als een leuk vooruitzicht maar hopelijk geeft het rust.
De chemo zelf ging gelukkig weer soepel — anderhalf uur en klaar. Gelukkig nog steeds geen last van neuropathie (halleluja, ik klop het even af). Wel beginnen mijn wimpers en wenkbrauwen nu wat uit te vallen. Maar op mijn hoofd verschijnen inmiddels de eerste grijze egelhaartjes. Charmant, al zeg ik het zelf.
Dat ik straks ook zonder wimpers en wenkbrauwen de deur uit moet, vind ik iets minder. Ik had echt gehoopt dat díe zouden blijven zitten. Maar goed, wie heeft er ook wimpers nodig als je zo’n sprankelende persoonlijkheid hebt, toch?
Gelukkig zijn mijn wenkbrauwen en eyeliner getatoeëerd, dus met een paar nep wimpers kom ik er straks wel.
Het is nu maandagochtend.
Het weekend ging gelukkig goed, weinig klachten. Waarschijnlijk was de ellende van vorige week gewoon die verkoudheid. De steken in mijn borst zijn zo plotseling dat ze opkwamen zetten ook weer als sneeuw voor de zon verdwenen. De echo is pas 28 november.
Ik ga vandaag zelfs weer een paar uurtjes werken — gezellig met collega’s, even iets anders doen.
En nu… even ademhalen, even niks.
Want jawel: volgende halte… Nummer #5.
En nee, daar kijk ik natuurlijk niet naar uit. Maar we gaan er weer voor!
Herkenbaar? Of heb jij ook van die dagen waarop je lijf niet meewerkt, maar je hoofd gewoon door wil? Laat het me weten hieronder — ik vind het altijd fijn om jullie reacties te lezen.
Reactie plaatsen
Reacties