Ik lig daar op de tafel, vol spanning, starend naar het plafond alsof ik daar antwoorden ga vinden. Eric zit naast me en houd mijn hand vast. De zenuwen gieren door mijn lijf. Laat het a.u.b. snel voorbij zijn!
Maar natuurlijk …
De punctie verloopt niet bepaald vlekkeloos — ze moeten drie stukjes weefsel hebben, en tijdens de tweede keer dat de naald er weer inschiet ontstaat er een flinke bloeding in mijn borst. Niet echt het soort souvenir waar je op hoopt. Een derde keer lukt hierdoor niet meer. Enige tijd staat er een zuster met flinke gazen mijn borst plat te duwen om de bloeding te stoppen. Gelukkig stopt het en ik mag gaan.
Ze hebben me rondom ingezwachteld zodat mijn borst geen kant opkan. Ik zal komende tijd een goede sport beha moeten dragen. We gaan onderweg terug naar huis even langs de sportwinkel om een goede uit te zoeken.
Daarna volgt het wachten. Een dag waarin je probeert normaal te doen, maar ondertussen met elke ademhaling voelt dat er iets hangt wat je niet kunt vastpakken. Je hoopt op het beste ,maar je onderbuik zegt iets anders.
Diezelfde avond gaat de telefoon. De uitslag.
De arts vertelt me dat het niet goed is, maar voegt er meteen aan toe dat het “het beste van het slechte nieuws” is. (Alsof dat een categorie is waar je ooit in wílt vallen.)
Het blijkt een hormoongevoelige borstkanker te zijn, niet agressief, langzaam groeiend. Stadium 1.
Het lijkt erop dat ik een borstbesparende operatie krijg, gevolgd door een aantal bestralingen.
Ik huil even de ogen uit mijn kop, maar snel verman ik me en denk: oké kom op ze gaan me helpen en het komt goed.
Reactie plaatsen
Reacties