Vandaag start ik met mijn eerste chemokuur. De eerste van vier AC-kuren.
“AC” klinkt bijna onschuldig, alsof het over een airco gaat, maar het staat voor een pittige combinatie van chemomiddelen:
A – Doxorubicine (ook wel Adriamycine® genoemd)
C – Cyclofosfamide
Van tevoren krijg ik al een hele apotheek aan medicijnen mee om misselijkheid te voorkomen. Ernstige vermoeidheid, misselijkheid en zwakte staan namelijk hoog op de lijst van mogelijke bijwerkingen. Gezellig wordt het dus niet, maar goed — we gaan ervoor.
Om 14.00 uur moet ik in het ziekenhuis zijn. Eric gaat met me mee en blijft de hele tijd bij me. Bij binnenkomst zie ik mensen lopen zonder haar, met vermoeide blikken. Het is confronterend. En ergens ook vertrouwd, want ik herinner me de keren dat ik hier met mama liep.
Even slikken, maar ik denk meteen: zo gaat het bij mij niet.
Er komen verschillende mensen bij me langs die uitleggen wat er allemaal gaat gebeuren. Ik zie aan Eric dat hij het zwaar vindt; hij probeert stoer te blijven, maar zijn ogen verraden hem. En eerlijk: dit ís ook niet niks. Ze zeggen weleens dat je niet alleen kanker hebt — ook je partner en je gezin moeten ermee dealen. Vandaag voel ik dat meer dan ooit.
Dan is het zover. Het infuus wordt aangesloten en de eerste zak chemo mag doorlopen. Een bijna rode vloeistof — ziet er onschuldig uit, maar het spul is heftig. Ik mag mijn arm niet bewegen omdat het schade kan veroorzaken als het verkeerd inloopt. En ja, zelfs m’n toiletbezoek wordt bijzonder: de rode kleur zal daar ook zichtbaar zijn. Ik moet zes dagen lang na elk bezoek twee keer doorspoelen en het toilet goed schoonmaken, om te voorkomen dat de rest van het gezin met die resten in aanraking komt.
Rond 16.00 uur zijn de chemo’s en de spoelingen doorgelopen en is de eerste kuur klaar. We rijden naar huis — ik wat stiller dan normaal, Eric met die bezorgde blik die ik ondertussen al te goed ken. De komende drie avonden slik ik medicijnen tegen de misselijkheid. En morgen mag ik zelf een spuit zetten: Filgrastim, om mijn beenmerg aan te moedigen nieuwe witte bloedcellen te maken. Ook daar kunnen weer bijwerkingen van komen.
We gaan het zien. Eén ding weet ik zeker: ik begin dit hoofdstuk met een rechte rug — ook al zit er rood spul in mijn aderen.
Herkenbaar - heb je een soortgelijks meegemaakt? Wil je iets delen of wil je gewoon een reactie geven op mijn verhaal, laat dan hieronder een reactie achter.
Reactie plaatsen
Reacties