De dag van de operatie. Eindelijk is het zover. Na weken van wachten is vandaag dé dag.
Na een verrassend goede nacht rijden we vroeg naar het ziekenhuis. We zitten samen in het kamertje, wachtend op de laatste vragen en controles. Het voelt een beetje als wachten voor een vlucht, alleen weet je nu precies waar je heen gaat — en dat het geen vakantiebestemming is.
Eric mag niet mee naar binnen. Daar heb ik me van tevoren nog best druk om gemaakt, want eerlijk: ik wil hem gewoon bij me hebben tot ik naar de operatiekamer ga. Maar goed, regels zijn regels. We nemen afscheid. “Tot straks,” zeggen we tegen elkaar. En dan loop ik, zo dapper als ik ben, met de zuster mee. Ik zwaai nog een laatste keer naar mijn lieverd”
Ik krijg een kamer toegewezen in de voorbereidingsruimte. Daar lig je dan te wachten tot je aan de beurt bent. Ze sluiten me aan op een infuus, en ik merk dat de vermoeidheid toeslaat. Af en toe dommel ik weg, af en toe word ik wakker van stemmen en piepjes. Mensen komen binnen, worden weggereden, komen weer terug. Het voelt een beetje als een ziekenhuisversie van een treinstation.
Na een tijd — langer dan gepland natuurlijk — is het mijn beurt. Ik word naar de operatiekamer gereden. De chirurg maakt een praatje met me. Over de operatie, maar ook gewoon over van alles. Gek hoe normaal dat dan voelt.
En dan de narcose. De tweede keer in mijn leven dat ik geopereerd word. De eerste keer was ik ook niet bang, en nu eigenlijk weer niet. Ik weet wat er gaat komen. Ik denk nog even aan iets moois — en dan is het donker.
“Mevrouw, hoe gaat het met u?” hoor ik ineens. Nou, laat me maar even, denk ik. Ik ben moe. Mijn ogen voelen als lood. Uiteindelijk val ik weer weg.
Een tijdje later word ik echt wakker. Ik lig alweer terug op mijn kamer. “Zullen we uw man bellen dat hij mag komen?” vraagt de zuster. Ik denk: nog even niet, laat me eerst maar even landen.
Na een uurtje voel ik me beter. En vooral: hongerig. Drie boterhammen, een yoghurt en een drankje later ben ik officieel weer onder de levenden.
En dan komt mijn lieverd binnen. Met een enorme ballon in de vorm van een hart: I love you so much. Typisch Eric. Wat ben je toch een schat. En wat zul je stress gehad hebben terwijl ik daar lag. Ik weet hoe je meeleeft — waarschijnlijk heb jij die uren minstens zo zwaar gehad als ik.
Maar goed, ik ben er weer. Alles is goed gegaan. Ze hebben alles eruit gehaald. Nu begint het volgende hoofdstuk: herstel. En wachten op de uitslagen.
Herkenbaar - heb je een soortgelijks meegemaakt? Wil je iets delen of wil je gewoon een reactie geven op mijn verhaal, laat dan hieronder een reactie achter.
Reactie plaatsen
Reacties